Het land in

Vaak ontwikkelen gemeenten soortgelijke initiatieven op hetzelfde moment. In de rubriek Het land in ontmoeten collega’s elkaar om kennis en ervaringen uit te wisselen en zo van elkaar te leren. In deze editie: Martijn Schut van de gemeente Utrecht en Michel Noordermeer van de gemeente Rotterdam. Beiden zijn bezig met schuldhulpverlening. Wat kunnen ze van elkaar leren?

Lees het artikel

'We proberen een 'one size fits most' aanpak te vinden, waarmee we zoveel mogelijk mensen kunnen helpen.'

In deze editie gaat onze collega Martijn Schut, beleidsadviseur schulden, op bezoek in Rotterdam bij Michel Noordermeer, coördinator Armoede en Schuldenaanpak. Zowel in Rotterdam als Utrecht worden manieren bedacht om schuldhulpverlening zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de behoefte van de inwoners.

Verschillende aanpakken

Wat betreft schuldhulpverlening geldt er geen eenduidige, landelijke aanpak. Iedere gemeente heeft zo z’n eigen manieren om inwoners met schulden zo goed mogelijk te helpen.

Michel: “Bij ons is de enige echte ingang naar schuldhulpverlening via de Vraagwijzer, een loket. Rotterdammers die zich daar melden, komen terecht bij Grip op geldzaken, een afdeling binnen de gemeente. Daar wordt de administratie op orde gemaakt, waarna inwoners worden gemotiveerd om naar de kredietbank te gaan. Daar begint de overdracht van de dossiers.”

Martijn: “In Utrecht kunnen inwoners op twee manieren hulp zoeken. Via het stadskantoor, gelegen op een centrale locatie in de stad, kunnen ze direct terecht bij de gemeente. Een andere weg naar schuldhulpverlening is via de buurtteams. Wanneer buurteams horen dat een inwoner schulden heeft, organiseren zij op locatie in de buurt een drie-gesprek met de inwoner en een schuldhulpverlener. Maar het vervolgtraject vindt uiteindelijk weer plaats bij het stadskantoor. Omdat wij zelf veel in huis hebben, kunnen we veel diensten vanaf die locatie aanbieden.”

Michel: “Rotterdam heeft veertien verschillende gebieden. Daarom willen wij voor de inwoners juist liever in elk gebied zitten, in plaats van op één centrale locatie. Om het voor de inwoner makkelijker te maken, werken we nu aan een model voor integrale teams. Dichtbij de Rotterdammer, minder overdrachtsmomenten, een vaste contactpersoon binnen de gemeente. Dat is een beetje waar we naartoe willen. Maar daarbij maken we veel afwegingen. Want verspreid zitten in verschillende wijken is handig omdat je dichter bij de inwoners bent, maar wel weer minder efficiënt dan wanneer je alles op één locatie hebt. Dat maakt het best ingewikkeld.”

Veranderingen

In beide gemeenten worden manieren bedacht om de schuldhulpverlening voor inwoners te verbeteren.

Michel: “Eigenlijk zou je individueel maatwerk willen leveren, maar dat is onbetaalbaar. Dus daarom proberen we een ‘one size fits most’ aanpak te vinden, waarmee we zoveel mogelijk mensen kunnen helpen. We onderzoeken op dit moment hoe we de instroom én het traject van schuldhulpverlening kunnen verbeteren. En we zijn gestart met een nieuw project: mensen die zich bij de gemeente melden voor hulp, krijgen een saneringskrediet. De aanname is namelijk dat gezinnen niet verder kunnen met hun leven wanneer er schuldeisers achter ze aan komen. Uit onderzoek moet uiteindelijk blijken of deze manier werkt. Zo zoeken we steeds weer naar nieuwe oplossingen.”

Martijn: “Binnen gemeente Utrecht hebben we allerlei werkgroepen die kijken naar verschillende onderdelen van het proces van schuldhulpverlening. De ene werkgroep kijkt naar preventie en toegang en de andere naar budgetbeheer en begeleiding. En dan is er nog de werkgroep die zich bezighoudt met schuldhulpverlening voor bijzondere doelgroepen. We hebben in het voorjaar namelijk besloten dat we per 1 januari 2025 schuldhulpverlening voor dak- en thuislozen gaan regelen. Ook zo’n voorbeeld van een nieuwe ontwikkeling.”

Schaamte en beeldvorming

Michel: “We proberen van alles te doen om de stap naar hulp bij schulden laagdrempeliger te maken. Er heerst namelijk nog steeds veel schaamte. Actualiteiten zoals de coronacrisis en de energiecrisis hebben het praten over schulden wel iets makkelijker gemaakt. Maar helaas heeft alle energie die we erin stoppen nog niet geleid tot de toestroom die we willen.”

Martijn knikt: “Die schaamte is er zeker. En daarnaast is er ook nog de beeldvorming. Dat mensen bijvoorbeeld denken dat ze hun auto weg moeten doen op het moment dat ze te maken krijgen met schuldhulpverlening. Dat is natuurlijk niet zo, maar die angst maakt de drempel wel hoger om hulp te zoeken.”

Schuldhulpverlening anno 2024

Martijn: “Er zijn tot nu toe veel ontwikkelingen geweest rondom schuldhulpverlening. En ik denk dan ook dat het vandaag de dag beter staat met de schuldhulpverlening dan pakweg tien jaar geleden. Schuldhulpverlening is echt meer een vak geworden. Er wordt niet meer alleen gekeken naar het financiële probleem, maar ook naar de achtergrond ervan. We zijn bezig met het doorvoeren van stress-sensitieve dienstverlening en communiceren op een andere manier. Ook wettelijk gezien is de aanpak proactiever dan voorheen, denk alleen al aan vroegsignalering.”

Michel: “De grootste verandering vind ik dat we anders denken over schulden. Vroeger was het je eigen schuld. ‘Armoede los je op door te werken.’ Op een gegeven moment heeft de gedragswetenschap zijn intrede gedaan en zijn we op een andere manier te werk gegaan. Schuld wordt minder als eigen schuld gezien. De hele manier van werken is veranderd.”

Ga terug naar boven

Het land in

Vaak ontwikkelen gemeenten soortgelijke initiatieven op hetzelfde moment. In de rubriek Het land in ontmoeten collega’s elkaar om kennis en ervaringen uit te wisselen en zo van elkaar te leren. In deze editie: Martijn Schut van de gemeente Utrecht en Michel Noordermeer van de gemeente Rotterdam. Beiden zijn bezig met schuldhulpverlening. Wat kunnen ze van elkaar leren?

Lees het artikel

'We proberen een 'one size fits most' aanpak te vinden, waarmee we zoveel mogelijk mensen kunnen helpen.'

In deze editie gaat onze collega Martijn Schut, beleidsadviseur schulden, op bezoek in Rotterdam bij Michel Noordermeer, coördinator Armoede en Schuldenaanpak. Zowel in Rotterdam als Utrecht worden manieren bedacht om schuldhulpverlening zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de behoefte van de inwoners.

Verschillende aanpakken

Wat betreft schuldhulpverlening geldt er geen eenduidige, landelijke aanpak. Iedere gemeente heeft zo z’n eigen manieren om inwoners met schulden zo goed mogelijk te helpen.

Michel: “Bij ons is de enige echte ingang naar schuldhulpverlening via de Vraagwijzer, een loket. Rotterdammers die zich daar melden, komen terecht bij Grip op geldzaken, een afdeling binnen de gemeente. Daar wordt de administratie op orde gemaakt, waarna inwoners worden gemotiveerd om naar de kredietbank te gaan. Daar begint de overdracht van de dossiers.”

Martijn: “In Utrecht kunnen inwoners op twee manieren hulp zoeken. Via het stadskantoor, gelegen op een centrale locatie in de stad, kunnen ze direct terecht bij de gemeente. Een andere weg naar schuldhulpverlening is via de buurtteams. Wanneer buurteams horen dat een inwoner schulden heeft, organiseren zij op locatie in de buurt een drie-gesprek met de inwoner en een schuldhulpverlener. Maar het vervolgtraject vindt uiteindelijk weer plaats bij het stadskantoor. Omdat wij zelf veel in huis hebben, kunnen we veel diensten vanaf die locatie aanbieden.”

Michel: “Rotterdam heeft veertien verschillende gebieden. Daarom willen wij voor de inwoners juist liever in elk gebied zitten, in plaats van op één centrale locatie. Om het voor de inwoner makkelijker te maken, werken we nu aan een model voor integrale teams. Dichtbij de Rotterdammer, minder overdrachtsmomenten, een vaste contactpersoon binnen de gemeente. Dat is een beetje waar we naartoe willen. Maar daarbij maken we veel afwegingen. Want verspreid zitten in verschillende wijken is handig omdat je dichter bij de inwoners bent, maar wel weer minder efficiënt dan wanneer je alles op één locatie hebt. Dat maakt het best ingewikkeld.”

Veranderingen

In beide gemeenten worden manieren bedacht om de schuldhulpverlening voor inwoners te verbeteren.

Michel: “Eigenlijk zou je individueel maatwerk willen leveren, maar dat is onbetaalbaar. Dus daarom proberen we een ‘one size fits most’ aanpak te vinden, waarmee we zoveel mogelijk mensen kunnen helpen. We onderzoeken op dit moment hoe we de instroom én het traject van schuldhulpverlening kunnen verbeteren. En we zijn gestart met een nieuw project: mensen die zich bij de gemeente melden voor hulp, krijgen een saneringskrediet. De aanname is namelijk dat gezinnen niet verder kunnen met hun leven wanneer er schuldeisers achter ze aan komen. Uit onderzoek moet uiteindelijk blijken of deze manier werkt. Zo zoeken we steeds weer naar nieuwe oplossingen.”

Martijn: “Binnen gemeente Utrecht hebben we allerlei werkgroepen die kijken naar verschillende onderdelen van het proces van schuldhulpverlening. De ene werkgroep kijkt naar preventie en toegang en de andere naar budgetbeheer en begeleiding. En dan is er nog de werkgroep die zich bezighoudt met schuldhulpverlening voor bijzondere doelgroepen. We hebben in het voorjaar namelijk besloten dat we per 1 januari 2025 schuldhulpverlening voor dak- en thuislozen gaan regelen. Ook zo’n voorbeeld van een nieuwe ontwikkeling.”

Schaamte en beeldvorming

Michel: “We proberen van alles te doen om de stap naar hulp bij schulden laagdrempeliger te maken. Er heerst namelijk nog steeds veel schaamte. Actualiteiten zoals de coronacrisis en de energiecrisis hebben het praten over schulden wel iets makkelijker gemaakt. Maar helaas heeft alle energie die we erin stoppen nog niet geleid tot de toestroom die we willen.”

Martijn knikt: “Die schaamte is er zeker. En daarnaast is er ook nog de beeldvorming. Dat mensen bijvoorbeeld denken dat ze hun auto weg moeten doen op het moment dat ze te maken krijgen met schuldhulpverlening. Dat is natuurlijk niet zo, maar die angst maakt de drempel wel hoger om hulp te zoeken.”

Schuldhulpverlening anno 2024

Martijn: “Er zijn tot nu toe veel ontwikkelingen geweest rondom schuldhulpverlening. En ik denk dan ook dat het vandaag de dag beter staat met de schuldhulpverlening dan pakweg tien jaar geleden. Schuldhulpverlening is echt meer een vak geworden. Er wordt niet meer alleen gekeken naar het financiële probleem, maar ook naar de achtergrond ervan. We zijn bezig met het doorvoeren van stress-sensitieve dienstverlening en communiceren op een andere manier. Ook wettelijk gezien is de aanpak proactiever dan voorheen, denk alleen al aan vroegsignalering.”

Michel: “De grootste verandering vind ik dat we anders denken over schulden. Vroeger was het je eigen schuld. ‘Armoede los je op door te werken.’ Op een gegeven moment heeft de gedragswetenschap zijn intrede gedaan en zijn we op een andere manier te werk gegaan. Schuld wordt minder als eigen schuld gezien. De hele manier van werken is veranderd.”

Ga terug naar boven