Het land in

Vaak ontwikkelen gemeenten soortgelijke initiatieven op hetzelfde moment. In de rubriek Het land in ontmoeten collega’s elkaar om kennis en ervaringen uit te wisselen en zo van elkaar te leren. Bettina, Kim en Marlies bijten het spits af. Zij helpen op verschillende plekken in Nederland vluchtelingen aan een baan, nog voordat zij een verblijfsvergunning hebben.

'We proberen ervoor te zorgen dat de bewoners een reden hebben om elke dag uit bed te komen. Werk is voor veel mensen zo'n reden'

Lees het artikel

In deze editie gaat Bettina Jonker, projectleider vanuit de Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht en verantwoordelijk voor de pilot Jobhunting@AZC’s, op bezoek in Veenendaal bij Kim Verbruggen (medewerker programma opvang in Veenendaal) en Marlies Wittekoek (coördinator Veenendaal voor Vluchtelingen). Zowel in Veenendaal als in Utrecht loopt een pilot waarin AZC-bewoners, nog voordat zij zeker weten of ze in Nederland mogen blijven, aan het werk geholpen worden.

Reden om uit bed te komen



In een oud kantoorgebouw vlak bij het centrum van Veenendaal wonen ruim 200 mensen in een tijdelijke opvang. Het gaat hier om asielzoekers uit allerlei landen.

Kim (projectcoördinator Veenendaal): “De praktische zaken -bad, bed en brood- zijn geregeld. Maar, omdat het een tijdelijke opvang is, was er geen programma voor de bewoners, zoals op een regulier AZC. We proberen ervoor te zorgen dat de bewoners een reden hebben om elke dag uit bed te komen. Werk is voor veel mensen zo’n reden. Als asielzoekers een half jaar in Nederland zijn, mogen ze onder bepaalde voorwaarden werken. Maar hoe kom je aan de bak als je geen verblijfsvergunning hebt, de taal niet spreekt en de cultuur niet kent?”

Op weg naar werk

Om dat te ontdekken is er in het najaar van 2023 een pilot gestart: Op weg naar Werk.

Marlies: “We brengen werkgevers uit Veenendaal en bewoners van hier met elkaar in contact. We begeleiden de gesprekken, helpen bij de nodige vergunningen en lezen contracten door, zodat we zeker weten dat iemand goed terecht komt. Inmiddels hebben 20 bewoners al een betaalde baan gevonden in de omgeving. Niet alleen via de pilot, maar ook op eigen gelegenheid.” In de arbeidsmarktregio Midden-Utrecht loopt een vergelijkbare pilot op 6 AZC’s, Jobhunting@AZC’s. Ook hier worden voor het eerst asielzoekers en niet-gehuisveste statushouders gematcht met werkgevers.

Pionieren

"Het is wel echt nog pionieren," vertelt Bettina. Op papier klinkt het simpel: een AZC-bewoner die wil werken, brengen wij in contact met een werkgever. Maar er komt veel bij kijken: een vluchteling moet minimaal 6 maanden in Nederland zijn. De werkgever moet dan een tewerkstellingsvergunning (TWV) aanvragen en de AZC-bewoner moet een BSN aanvragen.
Marlies: “In de praktijk gaat het daar vaak mis. Vooral omdat aanvragen minimaal 6 weken duren. Daardoor vinden werkgevers het vaak spannend om eraan te beginnen. Er zijn ook bewoners die tijdens het wachten op de TWV een andere baan aangenomen hadden, terwijl de vergunning geldig is voor de werkgever die hem aanvraagt. En dan zijn er ook nog allemaal uitzonderingen op de regels. Kortom: het is behoorlijk zoeken. Maar we hebben ook steeds meer succesverhalen!”

Bedrijfsfeest

Kim knikt: “Vanwege de administratieve last is het belangrijk om niet alleen de bewoners goed te begeleiden, maar ook de verwachtingen bij werkgevers te managen. Dat het soms best een poosje kan duren bijvoorbeeld. Maar als het dan lukt om werkgever en werknemer bij elkaar te brengen, dan gebeuren er hele mooie dingen. Er werkt iemand bij het truckcentrum hiernaast, die is helemaal opgenomen door het team. Hij had laatst zijn eerste bedrijfsfeest. Fantastisch om te horen hoe hij zich echt thuis voelt en hoe tevreden de werkgever is.”

Werk is niet alleen geld verdienen

Marlies: “Er zijn mensen die hier al bijna twee jaar zitten te wachten op hun asielprocedure. Die zijn vaak moe en lamgeslagen. Als je dan een verblijfsvergunning krijgt, is het heel lastig om, na ruim twee jaar niks doen, positief te integreren. Werk betekent niet alleen geld verdienen, het is ook sociale contacten, de taal oefenen, het gevoel weer iets te betekenen. Daarom is het zo belangrijk.”
Bettina: “Dat merken wij ook. Mensen vinden het fijn om weer iets te kunnen doen. Ook al is dat vaak niet de baan die ze in hun thuisland hadden, omdat dat niet altijd kan qua diploma’s en taalniveau. Maar het is wel een eerste stap.”

Ga terug naar boven

Bettina: “Vanuit Utrecht kijken we met bewondering naar jullie band met lokale ondernemers. Jullie doen het echt samen met de werkgevers, dat vind ik mooi om te zien. Ik denk dat bewoners daardoor ook veel meer integreren in de gemeente.”
Kim: “Wij kijken op onze beurt goed naar hoe jullie het binnen de gemeente geregeld hebben. Doordat gemeenten de samenwerking zoeken, kunnen we veel van elkaar leren en hoeven we niet ieder voor zich het wiel uit te vinden. Het gaat nog niet perfect, maar al doende leren we erg veel.”
Bettina: “Zeker! Door aan de slag te gaan, worden de knelpunten zichtbaar. Zo was de TWV eerst maar 24 weken geldig, maar dat is al veranderd naar 52 weken, omdat de werkgevers aangaven dat die regel niet handig is. Hopelijk durven door dit soort wijzingen meer werkgevers het aan om vluchtelingen aan te nemen, zodat ze eerder onderdeel van de gemeenschap worden.”

Lokaal en beleid