Hoe gaat het nu met?
Hoe is het vergaan met de Utrechtse inwoners die ooit gebruik maakten van onze dienstverlening en nu op eigen benen staan? Wat hebben ze te vertellen? Deze keer spreek ik met Nina, die na een turbulente start in haar werkleven inmiddels de draad weer heeft opgepakt.
'Het uitgangspunt was: wat kan wel? Dat hielp mij heel erg om weer in opties na te denken, al was het veel vallen en opstaan.'

Je schoolboeken in de kast, cijferlijsten opgeborgen en je rooster in de prullenbak: na je studie vertrek je de wijde wereld in en begin je aan een nieuwe start. Deze nieuwe start nam voor Nina* echter een onverwachte wending. In de periode na haar studie viel ze uit en er volgde een lange periode met verschillende behandelingen. Daar ontmoette ze Anke van Eerd, haar re-integratiecoach die haar heeft geholpen de draad weer op te pakken.
*Uit privacy overwegingen hebben we haar naam veranderd. Haar echte naam is bij de redactie bekend. Dit artikel geeft een inkijkje hoe Nina de periode na haar studie heeft beleefd.
Hoi Nina en Anke, wat fijn dat jullie er zijn! Nina, ik kan me voorstellen dat dit niet het verhaal was dat je dacht te gaan vertellen toen je afstudeerde.
Nina: “Nee, dat klopt. Ik ging na mijn afstuderen drie maanden op reis en daarna begon ik direct aan mijn eerste baantje. Om bij te verdienen werkte ik daarnaast nog drie dagen in de horeca. In deze periode werd het teveel en viel ik uit. Zo begon eigenlijk het hele verhaal.”
Zou je kunnen zeggen dat er achteraf gezien signalen waren dat het deze kant op zou gaan?
Nina: “Pas toen ik uitviel en echt niet meer kon, besefte ik hoeveel ik continu bezig was.
Ik wilde niemand teleurstellen en voelde dat ik altijd vrolijk en leuk van mezelf ‘moest’ zijn.
Ik had nooit geleerd om bij mijn eigen gevoel stil te staan, en ik denk dat dat er uiteindelijk voor zorgde dat ik mezelf zo heb uitgeput."
"Van de één op de andere dag lukten zelfs de simpele taken, zoals koken, niet meer.
Haar inkomen viel weg en tijdens de storm van de coronamaatregelen vroeg ze een uitkering aan."
“Om deze uitkering te ontvangen, moest ik een twee maanden durend traject in. Dat was precies wat niet goed was voor mij op dat moment. Ik wilde heel graag, maar ik kon helemaal niets. Ik moest verplicht een bijeenkomst over schuldhulpverlening bijwonen, terwijl ik geen schulden had. Ik moest motivatiebrieven schrijven en bewijzen dat ik had gesolliciteerd. En op een gegeven moment moest ik een schriftelijke verklaring hebben van alle mensen aan wie ik in het afgelopen jaar €50,- of meer heb overgemaakt of van wie ik dit heb ontvangen. Ik moest iedereen langs, ook mijn vader, met wie ik toen een moeilijke relatie had.”
Je moest hem om een verklaring vragen voor het geld dat je
van hem hebt ontvangen?
Nina: “Ja, ik moest bij hem aankloppen, terwijl een deel van mijn problematiek kwam door onze relatie. Dat was lastig. Ik had tot dan toe met nog niemand gesproken vanuit de gemeente, dus overleggen kon ook niet. Ik zag alleen die formulieren. Dat overweldigde me; ik kon niet eens zelfstandig koken! Het enige wat ik dacht was: ‘ik moet het wel goed doen, anders heb ik helemaal geen inkomen meer’.”
Waar had je in die tijd behoefte aan gehad?
Nina: “Ik had het fijn gevonden om eerst met iemand te spreken die de situatie kon inschatten. Dan hadden we samen kunnen kijken naar de formulieren en de dingen die
ik daarnaast moest doen.”
Hierna kreeg Nina een contactpersoon die met haar meedenkt. “Ze luisterde echt naar me. Ze zag dat ik het moeilijk had en hielp me daarmee. Daar was ik ontzettend blij mee. Samen besloten we dat ik haar over de mail op de hoogte zou houden van mijn therapie en verdere ontwikkelingen. Dat luchtte erg op.”
Dat kan ik me voorstellen. Hoe is het daarna gegaan?
Nina: “Ik ben in behandeling gegaan bij Altrecht. Ik woonde daar 5 dagen per week voor 5 maanden. Daarna kon ik langzaam afbouwen met therapie en kwam ook Wij3.0 in beeld.”
Wij3.0 is een Utrechtse organisatie voor activering en re-integratie. Hier werkt Anke als IPS-trajectbegeleider. Anke is gespecialiseerd in het helpen van mensen vanuit GGZ naar betaald werk volgens IPS-methodiek. Deze methodiek is er voor mensen met psychische kwetsbaarheid die stapsgewijs naar werk toe willen.
Om dit in goede banen te leiden, is het regionale samenwerkingsverband ‘Hoofdzaak Werk’ opgezet. Dit is een project van het convenant ‘Sterk door Werk’ en heeft als doel om meer mensen met een psychische kwetsbaarheid naar duurzaam werk toe te leiden. Het gaat specifiek om potentiële werknemers die nu nog een uitkering van de gemeente of UWV ontvangen én daarnaast een traject binnen de ggz volgen. Hoofdzaak Werk ondersteunt de regio’s met het inrichten van een zelflerend, duurzaam uitvoerbaar en structureel bekostigd proces.
Anke: “Het is zo belangrijk om steeds te kijken wat iemand op dat moment kan. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde; de gemeente, Wij3.0 en Nina. Als dat alleen met kleine stapjes kan, dan is dat niet anders. Het is ontzettend fijn dat we het vertrouwen van de gemeente krijgen om ons werk op deze manier te doen.”
Nina: “Het uitgangspunt bij Wij3.0 is: wat kan wel? Dat hielp mij heel erg om weer in opties na te denken, al was het veel vallen en opstaan.”
Wat heeft er nou zo goed gewerkt in de begeleiding die je ontving van Anke?
Nina: “Ik had het idee dat Anke me echt kent. Daarin voel ik me gezien en gesteund. Ze kijkt goed naar wat ik nu wel kan en laat me dat ook doen. Ook al denk ik; dit kan ik nooit!”
Anke: “Het gaat om het zetten van kleine stappen. Hoe klein ook. Dat is waar ik me vaak op focus, het behapbaar maken. Dat betekent dus de stress niet groter maken dan nodig. Als je LinkedIn opent, hoef je niet direct te denken ‘ik moet ook zover zijn in mijn carrière’, maar begint het misschien met gewoon eens zonder oordeel rond te kijken. Als dat vervolgens goed voelt, kan je naar een volgende stap.”
Hoe zagen die volgende stappen er voor jou uit?
Nina: “Ik begon met dagbesteding. Daarna heb ik ergens vrijwilligerswerk gedaan, daarna een klein baantje van 16 uur per week en nu werk ik al een half jaar 32 uur per week als projectleider bij een taalschool voor mensen die gevlucht zijn. Ik ben enorm trots dat dit lukt en dat ik weer iets kan terugdoen voor de maatschappij.”
Zou je kunnen zeggen dat het hiermee dan afgelopen is?
Anke: “Integendeel. Werk vinden is één, maar werk houden en weer de juiste balans vinden, dat is minstens zo belangrijk. Zo’n traject kan ook best twee of drie jaar duren.
Het is een lange zit, maar een essentiële.”
Nina: “Dat vind ik zo fijn aan dit traject; natuurlijk is weer kunnen werken erg fijn, maar een baan vinden is niet het doel. Als je weer gaat werken, begint pas het echte werk. Je loopt dan juist heel erg tegen oude patronen aan. Je moet alles wat je in de therapie geleerd hebt dan nog gaan toepassen. Dat is soms lastig, dus het is fijn dat er ook in deze fase nog met je mee gekeken wordt.”
Het klinkt alsof Anke een soort reisgids voor je geworden is.
Nina: “Nou niet alleen voor mij hoor, zelfs in mijn vriendenkring is Anke een begrip geworden.” vertelt ze lachend. “Ze vragen dan “wat zou Anke zeggen?”. Want of je nou een psychische kwetsbaarheid hebt of niet, de overgang van studeren naar werken vindt iedereen lastig. Het gevoel dat iemand met je meekijkt en je niet alleen bent, is heel fijn.
En zo is het ook: je hoeft het ook niet alleen te doen.”

Hoe gaat het nu met?
Hoe is het vergaan met de Utrechtse inwoners die ooit gebruik maakten van onze dienstverlening en nu op eigen benen staan? Wat hebben ze te vertellen? Deze keer spreek ik met Nina, die na een turbulente start in haar werkleven inmiddels de draad weer heeft opgepakt.
'Het uitgangspunt was: wat kan wel? Dat hielp mij heel erg om weer in opties na te denken, al was het veel vallen en opstaan.'
Nina

Je schoolboeken in de kast, cijferlijsten opgeborgen en je rooster in de prullenbak: na je studie vertrek je de wijde wereld in en begin je aan een nieuwe start. Deze nieuwe start nam voor Nina* echter een onverwachte wending. In de periode na haar studie viel ze uit en er volgde een lange periode met verschillende behandelingen. Daar ontmoette ze Anke van Eerd, haar re-integratiecoach die haar heeft geholpen de draad weer op te pakken.
*Uit privacy overwegingen hebben we haar naam veranderd. Haar echte naam is bij de redactie bekend. Dit artikel geeft een inkijkje hoe Nina de periode na haar studie heeft beleefd.
Hoi Nina en Anke, wat fijn dat jullie er zijn! Nina, ik kan me voorstellen dat dit niet het verhaal was dat je dacht te gaan vertellen toen je afstudeerde.
Nina: “Nee, dat klopt. Ik ging na mijn afstuderen drie maanden op reis en daarna begon ik direct aan mijn eerste baantje. Om bij te verdienen werkte ik daarnaast nog drie dagen in de horeca. In deze periode werd het teveel en viel ik uit. Zo begon eigenlijk het hele verhaal.”
Zou je kunnen zeggen dat er achteraf gezien signalen waren dat het deze kant op zou gaan?
Nina: “Pas toen ik uitviel en echt niet meer kon, besefte ik hoeveel ik continu bezig was.
Ik wilde niemand teleurstellen en voelde dat ik altijd vrolijk en leuk van mezelf ‘moest’ zijn.
Ik had nooit geleerd om bij mijn eigen gevoel stil te staan, en ik denk dat dat er uiteindelijk voor zorgde dat ik mezelf zo heb uitgeput."
"Van de één op de andere dag lukten zelfs de simpele taken, zoals koken, niet meer.
Haar inkomen viel weg en tijdens de storm van de coronamaatregelen vroeg ze een uitkering aan."
“Om deze uitkering te ontvangen, moest ik een twee maanden durend traject in. Dat was precies wat niet goed was voor mij op dat moment. Ik wilde heel graag, maar ik kon helemaal niets. Ik moest verplicht een bijeenkomst over schuldhulpverlening bijwonen, terwijl ik geen schulden had. Ik moest motivatiebrieven schrijven en bewijzen dat ik had gesolliciteerd. En op een gegeven moment moest ik een schriftelijke verklaring hebben van alle mensen aan wie ik in het afgelopen jaar €50,- of meer heb overgemaakt of van wie ik dit heb ontvangen. Ik moest iedereen langs, ook mijn vader, met wie ik toen een moeilijke relatie had.”
Je moest hem om een verklaring vragen voor het geld dat je
van hem hebt ontvangen?
Nina: “Ja, ik moest bij hem aankloppen, terwijl een deel van mijn problematiek kwam door onze relatie. Dat was lastig. Ik had tot dan toe met nog niemand gesproken vanuit de gemeente, dus overleggen kon ook niet. Ik zag alleen die formulieren. Dat overweldigde me; ik kon niet eens zelfstandig koken! Het enige wat ik dacht was: ‘ik moet het wel goed doen, anders heb ik helemaal geen inkomen meer’.”
Waar had je in die tijd behoefte aan gehad?
Nina: “Ik had het fijn gevonden om eerst met iemand te spreken die de situatie kon inschatten. Dan hadden we samen kunnen kijken naar de formulieren en de dingen die
ik daarnaast moest doen.”
Hierna kreeg Nina een contactpersoon die met haar meedenkt. “Ze luisterde echt naar me. Ze zag dat ik het moeilijk had en hielp me daarmee. Daar was ik ontzettend blij mee. Samen besloten we dat ik haar over de mail op de hoogte zou houden van mijn therapie en verdere ontwikkelingen. Dat luchtte erg op.”
Dat kan ik me voorstellen. Hoe is het daarna gegaan?
Nina: “Ik ben in behandeling gegaan bij Altrecht. Ik woonde daar 5 dagen per week voor 5 maanden. Daarna kon ik langzaam afbouwen met therapie en kwam ook Wij3.0 in beeld.”
Wij3.0 is een Utrechtse organisatie voor activering en re-integratie. Hier werkt Anke als IPS-trajectbegeleider. Anke is gespecialiseerd in het helpen van mensen vanuit GGZ naar betaald werk volgens IPS-methodiek. Deze methodiek is er voor mensen met psychische kwetsbaarheid die stapsgewijs naar werk toe willen.
Om dit in goede banen te leiden, is het regionale samenwerkingsverband ‘Hoofdzaak Werk’ opgezet. Dit is een project van het convenant ‘Sterk door Werk’ en heeft als doel om meer mensen met een psychische kwetsbaarheid naar duurzaam werk toe te leiden. Het gaat specifiek om potentiële werknemers die nu nog een uitkering van de gemeente of UWV ontvangen én daarnaast een traject binnen de ggz volgen. Hoofdzaak Werk ondersteunt de regio’s met het inrichten van een zelflerend, duurzaam uitvoerbaar en structureel bekostigd proces.
Anke: “Het is zo belangrijk om steeds te kijken wat iemand op dat moment kan. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde; de gemeente, Wij3.0 en Nina. Als dat alleen met kleine stapjes kan, dan is dat niet anders. Het is ontzettend fijn dat we het vertrouwen van de gemeente krijgen om ons werk op deze manier te doen.”
Nina: “Het uitgangspunt bij Wij3.0 is: wat kan wel? Dat hielp mij heel erg om weer in opties na te denken, al was het veel vallen en opstaan.”
Wat heeft er nou zo goed gewerkt in de begeleiding die je ontving van Anke?
Nina: “Ik had het idee dat Anke me echt kent. Daarin voel ik me gezien en gesteund. Ze kijkt goed naar wat ik nu wel kan en laat me dat ook doen. Ook al denk ik; dit kan ik nooit!”
Anke: “Het gaat om het zetten van kleine stappen. Hoe klein ook. Dat is waar ik me vaak op focus, het behapbaar maken. Dat betekent dus de stress niet groter maken dan nodig. Als je LinkedIn opent, hoef je niet direct te denken ‘ik moet ook zover zijn in mijn carrière’, maar begint het misschien met gewoon eens zonder oordeel rond te kijken. Als dat vervolgens goed voelt, kan je naar een volgende stap.”
Hoe zagen die volgende stappen er voor jou uit?
Nina: “Ik begon met dagbesteding. Daarna heb ik ergens vrijwilligerswerk gedaan, daarna een klein baantje van 16 uur per week en nu werk ik al een half jaar 32 uur per week als projectleider bij een taalschool voor mensen die gevlucht zijn. Ik ben enorm trots dat dit lukt en dat ik weer iets kan terugdoen voor de maatschappij.”
Zou je kunnen zeggen dat het hiermee dan afgelopen is?
Anke: “Integendeel. Werk vinden is één, maar werk houden en weer de juiste balans vinden, dat is minstens zo belangrijk. Zo’n traject kan ook best twee of drie jaar duren.
Het is een lange zit, maar een essentiële.”
Nina: “Dat vind ik zo fijn aan dit traject; natuurlijk is weer kunnen werken erg fijn, maar een baan vinden is niet het doel. Als je weer gaat werken, begint pas het echte werk. Je loopt dan juist heel erg tegen oude patronen aan. Je moet alles wat je in de therapie geleerd hebt dan nog gaan toepassen. Dat is soms lastig, dus het is fijn dat er ook in deze fase nog met je mee gekeken wordt.”
Het klinkt alsof Anke een soort reisgids voor je geworden is.
Nina: “Nou niet alleen voor mij hoor, zelfs in mijn vriendenkring is Anke een begrip geworden.” vertelt ze lachend. “Ze vragen dan “wat zou Anke zeggen?”. Want of je nou een psychische kwetsbaarheid hebt of niet, de overgang van studeren naar werken vindt iedereen lastig. Het gevoel dat iemand met je meekijkt en je niet alleen bent, is heel fijn.
En zo is het ook: je hoeft het ook niet alleen te doen.”
